donderdag 29 oktober 2015

Beschermingsbewind, aansprakelijkheid

Kantonrechter oordeelt klacht tegen bewindvoerder gegrond. Echter ziet geen gronden voor aansprakelijkheid.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2015:5076



zondag 25 oktober 2015

Wat niet weet, wat niet deert

Op vrijdagmiddag vier uur belt Mariska, de woonbegeleidster van Karel. Of ik kan komen, want er is een probleem. De werkweek is toch bijna ten einde. Zo heb ik een goede reden om het zittend werk af te sluiten en mij naar de woning van Karel te begeven. 'Een woning in de wijk' zoals dat wordt genoemd in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Om de bewoners met een verstandelijke beperking beter te laten integreren in de samenleving.
            Mariska vertelt me dat ze een verstopping hebben gehad in de bijkeuken. Alles daar is onder water komen staan. Door haar collega John is het afvoerputje opengemaakt. Tot ieders verbazing bleek er een prop papier in de afvoer te zitten. Met enig gewroet heeft hij het papier uit de afvoer kunnen krijgen. Het water kon weer zijn weg gaan, zoals het bedoeld is. Probleem opgelost zou je zo zeggen.
            Maar de vraagt rijst meteen: hoe komt een prop papier in de afvoer? En wat voor papier is dat dan wel? Alsof ze ervaren rechercheurs zijn van de technische recherche hebben Mariska en John de natte, verlepte prop papier opengevouwen en gladgestreken. Heel voorzichtig om iedere beschadiging te voorkomen. Het bleek een enveloppe te zijn afkomstig van de Officier van Justitie, parket Roermond. De brief was geadresseerd aan Karel, en bevatte een dagvaarding om voor de rechter te verschijnen vanwege een strafbaar feit.
            Enige maanden geleden heeft Karel een fikse ruzie gehad met een medebewoner, Maurice. Deze was op een zaterdagavond beschonken thuisgekomen. Met het nodige kabaal. Hij had op de deur van Karel's kamer gebonsd, waardoor deze uit zijn plezierige droom was gehaald. Karel had hem stevig aangepakt: met zijn kop tegen de muur aan geduwd, en vervolgens zijn hand op zijn keel gezet. Gelukkig ook op tijd losgelaten. Maurice had er wel een kleine beschadiging in zijn gezicht aan overgehouden. Net goed, had Karel gereageerd. Zijn verdiende loon.
            Maurice had aangifte gedaan. En nu moest Karel voorkomen. De Officier van Justitie had stevig aangezet: 'poging tot doodslag', subsidiair 'zware mishandeling met als gevolg lichamelijk letsel'. Karel begreep dat niet helemaal, want Maurice was de schuldige, niet hij. Hij had hem maar niet wakker moeten maken met zijn zatte kop. 

 
            De rechtszitting stond gepland op de komende dinsdag. In het gesprek met Mariska, John, Karel en mij bleek Karel behoorlijk gestrest. Hij wilde niet gaan, en hij ‘zou ze dit’ en hij ‘zou ze dat’. Niet hij is de schuldige, maar Maurice. Die is begonnen en het is niet eerlijk dat hij, Karel, nu moet voorkomen. We proberen Karel te kalmeren en hem duidelijk te maken dat hij in zijn reactie op Maurice toch echt te ver is gegaan. Ik besluit dat Karel in deze toestand beter niet naar de zitting kan gaan, en dat het beter is als ik alleen ga.
            Een rechtszitting is een soort ceremonie die strikt aan regels is gebonden. De zaak van de verdachte Karel wordt door de bode aangekondigd, in zittingszaal 3. Ik stap alleen de zittingszaal binnen, en neem plaats op de gereedstaande stoel van de verdachte. De rechter opent de zitting met de vraag of ik de verdachte Karel ben. Ik antwoord dat ik dat niet ben, maar dat ik de wettelijk vertegenwoordiger ben van Karel in mijn hoedanigheid van diens curator. "Dan zit u niet op de juiste stoel. Wilt u plaatsnemen op de stoel ernaast". Gehoorzaam volg ik de instructie van de rechter op. Volgende vraag: is de verdachte Karel niet meegekomen en weet u waarom niet? Ik verklaar dat de geestelijke toestand van Karel niet verenigbaar is met de stressvolle situatie van een rechtszitting, en derhalve zeer schadelijk voor zijn psychische gezondheid. En dat ik om die reden besloten heb alleen naar de rechtszitting te komen. Als curator is het immers mijn taak te waken over zijn belangen en geestelijk welzijn.
            Mijn verschijning past duidelijk niet in de ceremonie waaraan rechter, officier van justitie, en griffier gewend zijn, en verknocht zijn geraakt. Hun toneelspel wordt verstoord, en de gang van zaken brengt hen enigszins uit hun evenwicht. Ik verklaar dat ik een beroep doe op artikel 509a van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte is wegens een geestelijke stoornis onder curatele gesteld. Hij kan dus beschouwd worden als een persoon waarvan “vermoed wordt dat de geestvermogens van de verdachte gebrekkig ontwikkeld of ziekelijk gestoord zijn, en dat hij ten gevolge daarvan niet in staat is zijne belangen behoorlijk te behartigen”. Ik verzoek de rechtbank dit te verklaren. Voorts wijs ik fijntjes op het feit dat in het Burgerlijk Wetboek Boek 1 Artikel 12 is bepaald dat  de onder curatele gestelde in alles de woonplaats van de curator volgt. De dagvaarding is uitgebracht op het woonadres van de verdachte, en niet op het adres van de curator. Derhalve moet ik de dagvaarding beschouwen als niet verzonden.
            De officier van justitie springt uit zijn vel. Hoe haal ik het in mijn hoofd om de rechtsgang te frustreren. De verdachte dient te verschijnen indien hij een dagvaarding krijgt. Rustig herhaal ik mijn beroep op het Wetboek van Strafvordering en het Burgerlijk Wetboek. Het is het probleem van het Openbaar Ministerie als zij zich niet aan de wet houdt.
            De rechter besluit de zitting te schorsen. Hij geeft een beschikking af waarin verklaard wordt dat de geestesvermogens van Karel zijn gestoord. Op grond daarvan krijgt Karel gratis juridische bijstand van een advocaat. De volgende zitting is maanden later. Karel en ik zijn samen naar de advocaat geweest en hebben daar ons verhaal gedaan. Karel heeft de toedracht van het gebeurde uit de doeken gedaan. De advocaat zal pleiten voor nader onderzoek. De rechter beslist om een psychologisch onderzoek te laten verrichten.
            Het psychologisch rapport concludeert dat sprake is van verminderde toerekeningsvatbaarheid, en dat een rechtszitting aanzienlijke gezondheidsschade kan toebrengen aan verdachte. Gebleken is dat hij in stressvolle situaties psychotisch kan worden. Uiteindelijk volgt schuldigverklaring aan mishandeling zonder strafoplegging.

vrijdag 23 oktober 2015

Armoede




CIZ indicatie: grondslag GGZ of VG bij dubbeldiagnose

Bij een dubbeldiagnose (psychiatrische stoornis en verstandelijke beperking) moet bij de indicatiestelling de zorgbehoefte in overweging worden genomen. Ik verwijs hier naar deze uitspraak, omdat ik binnenkort hier zelf mee van doen heb. Een dubbeldiagnose, met een IQ tussen 70 en 85 (zwakbegaafd). Tot nu toe heeft cliënt een VG indicatie.

Procedure:
1.3.
Betrokkene heeft op 2 maart 2012 bij CIZ een aanvraag ingediend voor een indicatie Zorgzwaartepakket (ZZP) VG06.
1.4.
CIZ heeft bij besluit van 22 maart 2012 op die aanvraag beslist. CIZ heeft betrokkene voor de periode 22 maart 2012 tot en met 21 maart 2027 - op basis van een psychiatrische grondslag - geïndiceerd voor ZZP GGZ04C (klasse 7, 7 etmalen per week, met vervoer naar dagbesteding). De gevraagde indicatie ZZP VG06 is afgewezen omdat geen sprake is van de grondslag verstandelijke handicap (VG). De grondslag VG kan volgens CIZ alleen gegeven worden bij een IQ lager dan 70 of, indien belanghebbende ernstig beperkt is in zijn sociaal-emotionele ontwikkeling, bij een IQ tussen 70 en 85. Die situatie is hier volgens CIZ niet aan de orde. De ernstige sociaal-emotionele beperkingen komen voort uit de psychiatrie. CIZ verbindt hieraan de conclusie dat geen VG-pakket kan worden geïndiceerd.
1.5.
Het College voor zorgverzekeringen (Cvz) heeft op 14 september 2012 advies uitgebracht over de door CIZ voorgelegde conceptbeslissing op bezwaar van 10 augustus 2012. Volgens Cvz heeft CIZ terecht gesteld dat sprake is van een psychiatrische grondslag en dat voor het stellen van een verstandelijke handicap onvoldoende argumenten aanwezig zijn. Cvz acht evenwel de conclusie die CIZ verbindt aan het ontbreken van een grondslag verstandelijke handicap onjuist. Volgens Cvz is het wel degelijk mogelijk een ZZP te indiceren uit een andere reeks dan die op basis van de grondslag psychiatrie (ZZP’s GGZ) voor de hand zou liggen. Bij een verzekerde zonder grondslag VG kan, in uitzonderlijke gevallen waarvan bij betrokkene sprake is, een ZZP uit de VG-reeks worden overwogen. Bij de indicatiestelling moet immers het indiceren van de voor de verzekerde best passende zorg het uitgangspunt zijn, los van de (dominante) grondslag. De afwezigheid van een bepaalde grondslag mag de keuze van de juiste zorg niet in de weg staan. In het geval van betrokkene is sprake van een uitzonderlijke situatie omdat bij hem sprake is van een groot verschil tussen het TIQ en het sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau. Het cliëntprofiel van ZZP VG06 (inclusief dagbesteding) lijkt Cvz passend te zijn. CIZ wordt geadviseerd de cliëntprofielen van de ZZP’s uit de VG- en GGZ-reeksen te vergelijken en dat profiel te kiezen dat het beste aansluit bij de zorgbehoefte van betrokkene.

Hoger beroep:
Centrale Raad van Beroep: "Onder verwijzing naar de uitspraak van de Raad van 11 maart 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:711 (zie ook r.o. 3.3) is het uitgangspunt dat betrokkene aanspraak heeft op zorg die is opgenomen in het ZZP behorend bij het cliëntprofiel dat het best past bij zijn zorgbehoefte. Uitgaande van de beperkingen van betrokkene en zijn objectieve zorgbehoefte, zoals deze uit de medische stukken naar voren komen en waaruit onder meer blijkt dat betrokkene is aangewezen op negen dagdelen dagbesteding, is ZZP VG06 het voor betrokkene best passende pakket. Dit pakket kent een voor de zorgbehoefte van betrokkene doorslaggevend verschil ten opzichte van pakket GGZ05C nu dit voorziet in negen dagdelen dagbesteding in plaats van vijf dagdelen, terwijl de overige door betrokkene benodigde zorg in de pakketten VG06 en GGZ05c grotendeels overeenkomt".

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2015:3651

Curatele: benoeming buitenstaander als curator

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden: Benoeming van curator in afwijking van de voorkeur van betrokkene. Het hof overweegt: "Hoewel [betrokkene] als zijn voorkeur heeft uitgesproken dat zijn vader tot curator wordt benoemd, ziet het hof in het onderhavige geval gegronde redenen om die voorkeur niet te volgen en af te wijken van het wettelijk uitgangspunt.
Het hof is er namelijk niet van overtuigd dat de vader de (continuïteit van de) intensieve zorg en de veilige omgeving kan waarborgen die [betrokkene] nodig heeft. Daartoe overweegt het hof dat de vader er geen blijk van heeft gegeven genoeg inzicht te hebben in de omvangrijke problematiek van [betrokkene] om die problematiek als curator voldoende het hoofd te kunnen bieden. In het bijzonder lijkt de vader onvoldoende in te zien dat [betrokkene] vanwege zijn hiervoor genoemde geestelijke beperkingen en de effecten daarvan op zijn dagelijks functioneren een goed gestructureerde omgeving nodig heeft en professionele zorg, bestaande uit intensieve geleiding en hulpverlening. Daarbij komt dat de moeder van [betrokkene] , met wie hij regelmatig contact heeft, een constante factor in het leven van [betrokkene] vormt en dat dit door een eventuele verhuizing van [betrokkene] naar België zal worden verstoord. Het hof onderschrijft in dit kader ook de door de moeder geuite zorgen betreffende de kans op conflicten tussen de ouders, te meer nu de ouders van mening verschillen over wat [betrokkene] nodig heeft. In verband hiermee heeft de kantonrechter terecht overwogen dat het in het belang van [betrokkene] is dat een onafhankelijke derde zijn belangen behartigt, zodat [betrokkene] niet klem komt te zitten tussen zijn ouders".

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2015:7964

zondag 18 oktober 2015

Weer een wethouder die klaagt over beschermingsbewind

Citaat uit de column van wethouder Elfrink uit Arnhem:
"En nu ik het toch over het Rijk heb: wat te denken van de explosieve toename van de kosten voor bijzondere bijstand door rijksregelgeving. Gemeenten draaien op voor de kosten van beschermingsbewind. Deze kosten rijzen echt de pan uit en helpen de doelgroep over het algemeen niet verder. Alleen de commerciële bewindvoeringskantoren varen er wel bij.

Ter illustratie, in 2009 gaven we nog drie ton uit aan kosten voor beschermingsbewind, dit jaar naar verwachting meer dan 2,5 miljoen. Onnodig.

Onderbewindstelling is in veel gevallen een te zware maatregel, die mensen maakt tot financiële kasplantjes. Ik wil hier in Arnhem echt een andere draai aan geven. Daarom hebben we een lichter alternatief ontwikkeld: een combinatie van budgetbeheer en coaching. Waar mogelijk laten we klanten hun financiën weer zelf regelen. We helpen hiermee nu zo’n kleine 100 klanten, die aangeven hier erg blij mee te zijn!" (VNG, 14-10-2015).

Reactie:
 
Weer een wethouder die publiekelijk klaagt over de kosten van bijzondere bijstand voor beschermingsbewind. Maar de gemeenten zelf zijn mede schuld aan deze ontwikkeling. Doordat zij aan de poort van de gemeentelijke schuldhulpverlening selecteren vallen juist de meest problematische gevallen af. Die worden in veel gemeenten aan hun lot overgelaten; d.w.z. aan de grijpgrage overheden met hun beslagen op bankrekeningen, uitkeringen, toeslagen, en aan deurwaarders die trachten te pakken wat ze pakken kunnen. Waardoor veel schuldenaren onder het bestaansminimum terecht komen, en dan noodgedwongen weer schulden moeten maken om te overleven. Het beschermingsbewind is het 'afvoerputje' van de schuldhulpverlening geworden. Een niet bedoeld en onvoorzien gevolg van de wijze waarop het systeem van de schuldhulpverlening functioneert.

Een andere reden / oorzaak van de toename van het beroep op beschermingsbewind is: onze maatschappij is voor veel mensen te ingewikkeld geworden. En één van de veroorzakers hiervan is / zijn de overheid c.q. overheden (waaronder gemeenten). Steeds meer personen met een licht verstandelijke beperking en zwakbegaafden, en personen met psychiatrische problemen 'redden het niet meer'. De Nationale Ombudsman spreekt in zijn rapport 2012 over 'Mijn onbegrijpelijke overheid'. Voorbeeld: de invoering van de verplichte zorgverzekering, met verplicht eigen risico, nominale premie, premie inhouding op uitkering of salaris en wanbetalersregeling. Op zich al te gek voor woorden: men voert een wanbetalersregeling in omdat men vooraf al weet dat het systeem dat men invoert niet gaat werken. Gevolg: de dommen en de armen zijn de dupe. En daar moet dan vervolgens weer 'armoedebeleid' op worden ingezet. Waar zijn we in godsnaam mee bezig in dit land?

Wat wethouder Elfrink verzuimd te vermelden in zijn column: wat zijn de kosten van het budgetbeheer en coaching voor de 100 klanten die de gemeente Arnhem bediend? Van de jaarlijkse kosten van beschermingsbewind voor een alleenstaande persoon ad € 1337,05 gaat € 232,05 weer terug naar de nationale overheid middels de btw-heffing. Daar zou de wethouder misschien wat aan kunnen doen. Van de bijzondere bijstand kosten beschermingsbewind gaat 21% naar de schatkist. Van de 2,5 miljoen die de wethouder noemt voor 2015 is dat een bedrag van € 433.884.

Als commercieel bewindvoerder bied ik mijn diensten aan aan personen die 'slachtoffer' zijn van een falend systeem van schuldhulpverlening en een falend systeem van verzorgingsarrangementen. Mijn eerste taak als beschermingsbewindvoerder is er zorg voor te dragen dat de rechthebbende alles krijgt waar hij / zij recht op heeft. En daaronder valt ook de bijzondere bijstand.

dinsdag 13 oktober 2015

Curatele; schenking

Hof  's-Hertogenbosch: Schenkingen aan kinderen. Wel toegestaan voor lopend jaar, maar geen doorlopende machtiging verstrekt. Het hof: "Verder overweegt het hof dat appellant onvoldoende inzicht heeft verstrekt in de hoogte van het overige vermogen van de vader op dit moment. De vader is dan wel in het bezit van een effectenportefeuille, maar de huidige waarde hiervan is het hof niet duidelijk geworden, terwijl vast staat dat het verloop van aandelenkoersen in de toekomst per definitie onzeker is. Tevens is onvoldoende duidelijk welke bedragen nodig zijn voor een adequate verzorging van de vader.
Hetgeen door de curator is aangevoerd omtrent de schenkingen aan de kinderen en kleinkinderen in 2010, aan de kleinkinderen in 2011 en aan de kinderen in 2013 is op zich evenmin voldoende om het verzoek voor een doorlopende machtiging voor schenkingen aan de kinderen te wettigen. Nog daargelaten of deze schenkingen op zich voldoende blijk geven van een schenkingstraditie, deze zijn naar het oordeel van het hof onvoldoende aanleiding om een doorlopende machtiging te verlenen ten gevolge waarvan de rechterlijke toets op het restkapitaal zou komen te vervallen en er aldus geen rechterlijke controle meer zou zijn op de behartiging van de belangen van de vader, de curandus. Het hof overweegt daarbij dat het appellant vrij staat om ieder jaar bij de kantonrechter een verzoek te doen tot schenking van een deel van het vermogen van de vader, zodat op dat moment de meest recente stand van zaken kan worden betrokken in de beoordeling van het verzoek".

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2015:3736

Mentorschap: vertegenwoordigingsbevoegdheid

Hof 's-Hertogenbosch: betrokken mevrouw is in coma; mentoren (haar ouders) hebben echtscheiding verzocht. Zij stellen dat zij hierin de betrokkene vertegenwoordigen. Het hof oordeelt: "De beslissing om een echtscheidingsverzoek in te dienen heeft een hoogst persoonlijk karakter. Volgens HR 28 maart 1980, NJ 1980, 378, komt deze bevoegdheid niet toe aan de curator. Nu de vertegenwoordigingsbevoegdheden van een curator duidelijk verder gaan dan die van de mentor, kan naar het oordeel van het hof van vertegenwoordiging door de mentoren geen sprake zijn". Mentoren zijn derhalve niet ontvankelijk in het echtscheidingsverzoek.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2015:3863

zaterdag 3 oktober 2015

Opheffing bewind

Rechtbank Gelderland: Opheffing bewind na inwerkingtreding Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap. Noodzaak bewind bestaat niet meer omdat uitgebreid budgetbeheer gemeente Rheden als alternatief beschikbaar is.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2014:5213

Vergoeding: machtiging extra uren

Rechtbank Gelderland: Bewindvoerder verzoekt machtiging voor het in rekening brengen van extra uren in verband met het op verzoek van de gemeente bijwonen van multidisciplinaire overleggen. Verzoek toegewezen voor 2014. Verzoek afgewezen voor 2015, nu geen sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2015:2958

Ontslag bewindvoerder om gewichtige redenen

Kantonrechter Arnhem: redenen ontslag beschermingsbewindvoerder Professioneel bewindvoerder heeft de tandartsrekening naar de verkeerde verzekeringsmaatschappij gezonden, waardoor deze niet tijdig werd betaald. Rechthebbende kreeg van bewindvoerder toestemming om een bepaalde PC te kopen, die gedeeltelijk door zijn moeder werd voorgefinancierd. Door gebrekkige regie van de bewindvoerder kon rechthebbende de koopsom niet pinnen door saldotekort op de betaalrekening. Daardoor is het beheer niet behoorlijk gevoerd, zoals bedoeld in artikel 1:431, lid 1, BW. Dat is een gewichtige reden voor ambtshalve ontslag in de zin van artikel 1:448, lid 2, BW


http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBARN:2011:BQ9545

Hoger beroep in machtingsprocedure

Gerechtshof 's-Hertogenbosch: Hoger beroep na weigering door kantonrechter van machtiging procedure door bewindvoerder/ Onvoldoende onderbouwing ook in hoger beroep/ Geen inschatting kans van slagen mogelijk/ geen algemene beslissing over machtigingsbeleid rechtbank / afwijzing verzoek Staat althans rechtbank in proceskosten te veroordelen nu deze geen partij is ex art. 289 Rv.

Beschermingsbewindvoerder wil achteraf alsnog zijn gelijk halen inzake het te laat indienen van verzoek bijzondere bijstand voor kosten van beschermingsbewind. Verzoek machtiging om te procederen niet of onvoldoende onderbouwd.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2011:BV3380