maandag 28 september 2015

Curatele: machtigingsprocedure

Gerechtshof Amsterdam: Machtigingsprocedure opzeggen huurovereenkomst curandus geen zaak van curatele.
BW 1:381 lid 6 "In zaken van curatele is degene wiens curatele het betreft bekwaam in rechte op te treden en tegen een uitspraak beroep in te stellen".

Een curandus heeft de bevoegdheid in rechte op te treden indien het de curatele zelf betreft. Een machtigingsprocedure behoort daar niet toe. De kantonrechter heeft aan de curator een machtiging verstrekt om de huurovereenkomst van curandus op te zeggen. Curandus komt daartegen in beroep. Echter de curandus is niet bevoegd in beroep te komen tegen de verstrekte machtiging.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHAMS:2015:3599

zondag 27 september 2015

Beschermingsbewind en schenkingen

Gerechtshof  Den Haag:
Het hof verleent machtiging aan de bewindvoerder tot het doen van een eenmalige schenking onder de tijdelijke verruiming van de vrijstelling voor schenking ten behoeve van de eigen woning van € 100.000 per persoon aan de drie kinderen van de rechthebbende, onder de voorwaarde dat de leningen van de rechthebbende aan twee van zijn kinderen door hen worden afgelost. Deze leningen zijn destijds aangegaan ter financiering van hun eigen woningen. Het hof heeft overwogen dat het hof genoegzaam is gebleken dat sprake is van een schenkingstraditie en voorts dat de schenkingen er niet toe leiden dat de financiële positie van de rechthebbende in het kader van zijn toekomstige verzorging in gevaar wordt gebracht.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2014:3494

Niet-kunnen en niet-willen in het beschermingsbewind

Disciplinering van de onderklasse.

In de armenzorg en later het welzijnswerk heeft steeds de discussie plaats gevonden tussen disciplinering en emancipatie. Veelal is sprake van een dubbele werking van beleid en maatregelen: zij hebben zowel een disciplinerende functie als een emancipatoire functie (Vezelen, 2014). De organisaties van de arbeidersklasse, zoals vakbeweging en sociaaldemocratie, hebben altijd gestreefd naar het ‘verheffingsideaal' en emancipatie, zich uitdrukkend in scholingsactiviteiten voor haar leden. In de praktijk van het beschermingsbewind doet zich dit dilemma tussen disciplinering en emancipatie ook voor. De dienstverlening van de bewindvoerder kan voor de ene persoon een welkome hulp zijn om de financiële zaken goed te regelen, een ander kan de bemoeienis van de bewindvoerder ervaren als een lastig feit, waardoor zijn mogelijkheden en keuzen worden beperkt: ‘ik heb niets meer te zeggen over mijn eigen geld'.

Het beschermingbewind krijgt steeds meer de functie van disciplinering, vooral in schuldenbewinden. Door middel van het budgetplan legt de bewindvoerder aan de rechthebbende op dat de regels die gelden in de burgermaatschappij moeten worden nagekomen. De rechthebbende heeft niet meer de vrije beschikking over zijn financiën; het beheer daarvan komt toe aan de bewindvoerder. De (betalings-)verplichtingen welke voortvloeien uit de overeenkomsten welke de rechthebbende heeft met verhuurder, energiebedrijf, zorgverzekeraar, e.d. worden door de bewindvoerder nagekomen. Overeenkomsten die overigens in de meeste gevallen door rechthebbende zelf zijn afgesloten met de leveranciers. In schuldenbewinden heeft het juist daaraan ontbroken: het nakomen van overeengekomen verplichtingen.

Overigens is de zeggingsmacht van de bewindvoerder beperkt: hij (en ook de cliënt) is gebonden aan wet- en regelgeving. Maar vooral: op de inkomsten en uitgaven van personen met een laag inkomen kan men niet zoveel invloed uitoefenen. Veel van onze cliënten hebben een Wajong-uitkering. Dat wil zeggen dat alle inkomsten worden bepaald door de overheid: Wajong-uitkering, huurtoeslag, zorgtoeslag, bijzondere bijstand. Zo ook de uitgaven kant van het budgetplan: voor de zg. vaste lasten zijn door rechthebbende langlopende overeenkomsten afgesloten: huur, energie, zorgverzekering, overige verzekeringen, abonnementen. Wat resteert, is voor de verstrekking van leefgeld, kledinggeld, betaling van ziektekosten (eigen risico) en schuldaflossing (volgens de regels van beslagvrije voet). Niet echt veel ruimte ter vrije beschikking.

De functie bescherming enerzijds en de functie disciplinering anderzijds, zijn als het ware twee zijden van één medaille. Bij de ene persoon zal meer de nadruk liggen op bescherming, bij de ander meer op disciplinering. Voor de beeldvorming kan men zich een continuüm voorstellen met aan de ene kant bescherming en aan de andere kant disciplinering.

Bescherming                                                                                                  Disciplinering

<---------------------------------------------------------------------------------------------------->

Aan de kant van bescherming kan men de personen plaatsen, die geen besef hebben van geld, financiën of persoonlijke administratie. Het beheer voor hen moet door een ander worden gedaan. Hierbij moet men denken aan personen met een matige of ernstige verstandelijke beperking (veelal aangewezen op 24-uurs zorg in een instelling), personen met voortschrijdende dementie (verblijvend in een verpleeghuis; soms nog in thuissituatie), personen met een ernstige psychiatrische stoornis (aangewezen op permanente begeleiding; soms 24-uurs zorg in een instelling of woonvoorziening).

Aan de kant van disciplinering kan men personen plaatsen met (zeer) problematische schulden, die niet door de reguliere schuldhulpverlening kunnen worden geholpen. Personen, voor wie oorspronkelijk de bescherming van curatele, beschermingsbewind of mentorschap niet is bedoeld. Populair gezegd: "zij mankeren niets tussen de oren". Toch zijn gaandeweg steeds meer personen die tot deze categorie behoren in het beschermingsbewind terecht gekomen. Zolang ik als bewindvoerder werk (22 jaren) heb ik cliënten gehad die tot deze categorie behoren. De indruk bestaat dat de aanmelding van deze personen toeneemt. Sinds 1 januari 2014 is door de wetswijziging een al bestaande praktijk in de wet opgenomen: het hebben van problematische schulden of verkwisting is een reden voor het beschermingsbewind.

Tussen de twee uitersten zijn personen te plaatsen in allerlei gradaties van verstandelijke beperking, psychiatrische beperking, beginnende dementie, allerlei vormen van verslaving, dak- en thuisloosheid, of combinaties van factoren of beperkingen. Waarbij in meer of mindere mate de nadruk ligt op bescherming en disciplinering. Twee zijden van dezelfde medaille: immers disciplinering (nakomen van betalingsverplichting) is tevens bescherming (voorkomen van huisuitzetting of afsluiting van energie levering). Het klinkt wellicht paradoxaal, maar om de zelfredzaamheid en de maatschappelijke emancipatie en integratie te bevorderen is soms de disciplinering / bescherming van het beschermingsbewind noodzakelijk. Het zelfstandig wonen van personen met een verstandelijke of psychische beperking is in veel gevallen niet mogelijk zonder het beschermingsbewind. Is daarbij ook nog sprake van gedragsproblemen en / of verslaving, dan is in sommige gevallen zelfs een ondercuratelestelling noodzakelijk.

In de aanmeldingen voor schuldhulpverlening bestaan aanwijzingen, dat de personen met een lichte verstandelijke beperking sterk zijn oververtegenwoordigd (Geuns, 2013, p. 43-44). Ook is er sprake van dat personen met een langdurig laag inkomen (Wajong en bijstand) een groter risico lopen op problematische schulden. Rondkomen van een minimum inkomen is al zeer moeilijk; als daar nog schulden bijkomen dan wordt budgetteren nagenoeg onmogelijk. Vooralsnog is mijn ervaring dat de aanmeldingen voor beschermingsbewind vooral komen van zorginstellingen en hulpverlening: ouderenzorg, verpleeghuizen, MEE-organisaties, zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, GGZ-instellingen, verslavingszorg, dak- en thuislozenzorg, maatschappelijk werk. Maar ook in toenemende mate van gemeentelijke schuldhulpverlening. Voor het doen welslagen van een schuldregelingstraject wordt in sommige gevallen een beschermingsbewind aangevraagd. Men vreest dat de schuldenaar niet op eigen kracht het traject van schuldregeling of schuldsanering (zowel minnelijk als wettelijk traject) met succes kan doorlopen en afronden. Het beschermingsbewind wordt dan als voorwaarde gesteld door de schuldhulpverlening om de schuldregeling te waarborgen. Voor meerdere cliënten ben ik curator geweest, vanwege het feit dat een wsnp traject dreigde te mislukken: er werd een ondercuratelestelling wegens verkwisting ingesteld.

In het onderzoek naar ‘moderne armoede' uit 1987 (Engbersen e.a. 1987, p. 44-53) wordt een beschrijving gegeven van het ‘proces van verschulding' als het terecht komen in een neerwaartse spiraal, waaruit men niet kan ontsnappen zonder hulp van buitenaf. Het proces wordt beschreven als een relatief autonoom proces, waarin het maken van schulden zelf een ‘strategie van rondkomen' is. Sindsdien is uit economisch en psychologisch onderzoek gebleken dat armoede en schaarste leiden tot verminderde intelligentie en beperking van denkvermogen om problemen op te lossen (Mullainathan en Shafir, 2013; Banerjee en Duflo, 2011). In een proces van verschulding wordt door de schuldproblemen en de armoede de psychische toestand van de persoon zodanig belast, dat hij niet meer goed kan denken en functioneren: ook in de ‘oude' wetgeving is dat voldoende reden voor beschermingsbewind.  Dat gaat des te meer op voor personen met beperkingen. Zij beginnen al met een achterstand, en velen van hen moeten langdurig zien rond te komen van een laag inkomen. Armoede is bij hen niet tijdelijk, maar duurzaam (Schuurman e.a., 2013). Ontsnappen uit armoede door betaalde arbeid is voor hen niet mogelijk. Arbeid op hun niveau is al lang uit onze maatschappij verdwenen. Voor zover dat wel het geval is, behoren deze personen tot het zg. precariaat: een klasse van kwetsbare personen die aangewezen zijn op onzekere, laaggeschoolde en laagbetaalde arbeid (CPB|SCP, 2015).

Disciplinering staat haaks op de ideologie van de ‘participatiesamenleving'. De (financiële) zelfredzaamheid van personen moet worden bevorderd evenals het volwaardig meedoen in de samenleving en eigen verantwoordelijkheid. Het beschermingsbewind ontneemt aan personen juist hun zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. De bewindvoerder neemt het beheer van de financiën van rechthebbende over en hij is voor het goed beheer daarvan ook aansprakelijk. Een spagaat: in het ‘Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren' (Staatsblad, 2014) staat vermeld: "De curator bevordert, waar mogelijk, de zelfredzaamheid van de onder curatele gestelde", welke bepaling van toepassing is op curator, bewindvoerder en mentor. Echter: voor zaken waar de bewindvoerder aansprakelijk kan worden gesteld als het niet goed gaat, zal die niet de neiging hebben om die uit handen te geven. Gaat het mis, dan moet de bewindvoerder voor de kosten opdraaien.

Het beschermingsbewind krijgt de functie van ‘disciplinering’ van de onderklasse. Een onvoorzien en onbedoeld gevolg van het beschermingsbewind is dat het een discipline-instrument is geworden voor personen die behoren tot de ‘kwetsbare groepen’ in de samenleving (Wacquant, 2010, p. 109-129).


© André Leijssen, september 2015.


Literatuur:

Banarjee, A.V. en E. Duflo (2011): Arm en kansrijk. Een nieuwe visie op het bestrijden van armoede. Amsterdam: Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2011.

CPB en SCP (2015): De onderkant van de arbeidsmarkt in 2025. Den Haag: Centraal Planbureau | Sociaal Cultureel Planbureau, 2015.

Engbersen, G. en R. van der Veen (1987): Moderne armoede. Overleven op het sociaal minimum. Leiden/Antwerpen: Stenfert Kroese, 1987.

Geuns, R. van (2013): Every picture tells a story. Armoede: een gedifferentieerd verschijnsel. Amsterdam: 2013.

Mullainathan, S. en E. Shafir (2013): Schaarste. Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen. Amsterdam: Maven Publishing B.V., 2013.

Schuurman, M., H. Kröber, M. Verdonschot (2013): Armoede bij mensen met beperkingen. Resultaten van onderzoek naar oorzaken, gevolgen voor inclusie, preventie en benodigde ondersteuning. Utrecht: Kalliope Consult|Vilans|Inclusie.nu, 2013.

Staatsblad (2014): Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren. Den Haag: Staatsblad jaargang 2014 nr. 46.

Vezelen, W. (2014): Disciplinering en emancipatie: het DNA-profiel van het sociaal werk. Op: www.canonsociaalwerk.eu, 2014.

Wacquant, L. (2010): Straf de armen. Het nieuwe beleid van de sociale onzekerheid. Berghem (B): Uitgeverij EPO vzw, 2010.