Bewindvoerders
beschermingsbewind (verder te noemen: bewindvoerder) hebben geen wettelijk
beroepsgeheim, zoals dat wel bestaat voor de medische beroepen. Artsen,
verpleegkundigen, verzorgenden, en andere (para-)medische beroepsbeoefenaren
moeten dan ook een eed afleggen bij het toetreden tot hun beroep. Voor andere
beroepsbeoefenaren in de zorg is veelal een ‘beroepscode’ van toepassing, zoals
voor bijvoorbeeld maatschappelijk werkers. De branche- en beroepsverenigingen
voor bewindvoerders verwijzen in hun beroepscode of kwaliteitsverordening naar
de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
De
persoonsgegevens die men registreert en verwerkt mogen enkel het doel dienen
waarvoor zij bestemd zijn. Dat geldt ook voor de verstrekking van
persoonsgegevens aan derden. De vraag is in welke gevallen persoonsgegevens aan
derden mogen worden verstrekt. We gaan te rade bij de Autoriteit
Persoonsgegevens (AP) op hun website: www.autoriteitpersoonsgegevens.nl.
Het antwoord op de vraag: “Wanneer mag mijn zorgverlener het medisch
beroepsgeheim doorbreken?” is drieledig. Analoog aan het medisch beroepsgeheim,
en het doorbreken daarvan, kan men de voorwaarden toepassen op de
bewindvoerder.
1.
Toestemming.
Indien rechthebbende vooraf schriftelijk
toestemming geeft aan de bewindvoerder zijn gegevens aan derden te verstrekken,
dan mag de bewindvoerder de gegevens verstrekken. Wel moet hij vooraf de
rechthebbende goed en volledig informeren over de reden van de verstrekking. Of
de bewindvoerder verstrekt de gegevens op verzoek van rechthebbende aan een
derde partij. Bijvoorbeeld: de bewindvoerder verstrekt aan een (potentiële)
verhuurder een IB-60 verklaring of jaaropgave op verzoek van rechthebbende.
2.
Wettelijk voorschrift.
De bewindvoerder is verplicht op grond van een
wettelijk voorschrift de gegevens te verstrekken aan bijvoorbeeld een
overheidsdienst. Bijvoorbeeld op grond van de Wet inkomstenbelasting of de
Participatiewet.
3.
Conflict van plichten.
De bewindvoerder mag persoonsgegevens aan derden verstrekken,
indien er sprake is van een conflict van plichten. Zo’n conflict kan ontstaan,
indien het niet verstrekken van persoonsgegevens aan derden, een ernstig nadeel
of gevaar oplevert voor rechthebbende of voor anderen. De AP stelt: “Van een
conflict van plichten is slechts in zeer uitzonderlijke gevallen sprake. Het
moet gaan om een noodsituatie”. De vraag die onbeantwoord blijft is: Wat is een
“zeer uitzonderlijk geval”? Of: “Wat is een noodsituatie?”.
Praktijkgeval: Voor de
Branchevereniging Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders (BPBI)
beantwoord ik vragen van leden, welke niet door het verenigingsbureau kunnen
worden beantwoord. Mij werd de volgende casus voorgelegd: een rechthebbende is
van beroep vrachtwagenchauffeur. Na een korte periode van opname wegens
verslavingsproblemen, zoekt de persoon weer werk als chauffeur. Maar: “Naar ons
ter ore is gekomen heeft hij echter al jaren geen rijbewijs meer”. Wat moet de
bewindvoerder doen? Dit melden bij de (potentiële) werkgever of bij de politie?
Is de bewindvoerder verantwoordelijk, en mogelijk aansprakelijk?
Mijn
eerste advies is: stel met zekerheid vast of er inderdaad sprake is van het
ontbreken van een geldig rijbewijs. Een gerucht is geen voldoende bewijs. Dit
kan slechts op één manier: stel de vraag aan rechthebbende, en verzoek hem om
een kopie van zijn geldig rijbewijs te verstrekken. Ben ook eerlijk en open
naar rechthebbende toe: deel mee wat je hebt vernomen (zonder de bron van je
informatie te vermelden). En informeer hem over de ernstige gevolgen van het
niet hebben van een geldig rijbewijs.
De
gevolgen van het besturen van een motorvoertuig zonder dat men in het bezit is
van een voor dat voertuig geldig rijbewijs kan zeer ernstige gevolgen hebben,
indien men betrokken raakt bij een verkeersongeval. Op de eerste plaats zal de
verzekeringsmaatschappij geen enkele schade vergoeden aan het eigen voertuig.
Maar ook kan de zij vergoeding van schade toegebracht aan derden mogelijk niet vergoeden. Of:
indien de schade wel vergoed wordt, deze verhalen op de verzekeringsnemer. Dat
kan bij een eigen auto de chauffeur zijn die in overtreding is, of de
onderneming wiens voertuig hij bestuurde. Materiële schade kan al een
behoorlijk schadebedrag zijn, maar een echt hoog schadebedrag kan ontstaan
indien er ook sprake is van letselschade toegebracht aan een ander persoon. Het
besturen van een motorvoertuig terwijl het rijbewijs is ingevorderd wordt gezien
als een misdrijf.
Indien
de bewindvoerder met zekerheid heeft vastgesteld dat rechthebbende niet in het
bezit is van een geldig rijbewijs en toch een motorvoertuig bestuurt, dan doet
de vraag zich voor of hier sprake is van een ‘conflict van plichten’. Aan de
ene kant heeft de bewindvoerder een ‘geheimhoudingsplicht’ en mag hij
informatie over rechthebbende niet doorgeven aan derden. Aan de andere kant
dient de bewindvoerder rechthebbende, waar mogelijk, te beschermen tegen grote
financiële risico’s. Zoals de AP stelt: Het niet verstrekken van
persoonsgegevens aan derden, kan een ernstig nadeel of gevaar opleveren voor
rechthebbende of voor anderen.
In
het voorbeeld heb ik geoordeeld dat hier sprake is van “een uitzonderlijk
geval” en van een “noodsituatie”. Daarom heb ik het advies gegeven dat de
bewindvoerder tracht rechthebbende ervan te overtuigen dat hij bij het begaan
van deze overtreding grote financiële risico’s loopt en ernstig leed kan
veroorzaken aan derden, waarvoor geen dekking van een verzekering bestaat. En
dat op grond van deze overwegingen de bewindvoerder de (potentiële) werkgever
zal verzoeken om te verifiëren of de betrokkene in het bezit is van een geldig
rijbewijs.
Overigens
moet hierbij worden opgemerkt dat het zondermeer een verantwoordelijkheid is
van de werkgever, dat hij voor alle chauffeurs die hij in dienst heeft of
neemt, vaststelt dat zij in het bezit zijn van een geldig rijbewijs. Uit de
beschrijving van de onderhavige casus blijkt dat dit niet altijd wordt gedaan:
“Verbazingwekkend genoeg is hij daar blijkbaar in het verleden, bij diverse
werkgevers, toch mee aan de slag gekomen”.
Eindhoven, 29 maart 2019.
© André Leijssen