woensdag 3 januari 2024

Nieuwjaarswens

 

Ik wensche u wat ik zelf betracht:
bij dage werk, en rust bij nacht;
als g’honger hebt, een bete brood;
als dorst u kwelt, geen waternood:
geen schulden als die ge effen kunt
betalen met gepaste munt;
en heel dit jaar, zoo ’t gaat en staat,
geen tandzeer. Is ’t daar al meê? Ja ’t.


Guido Gezelle (1830-1899)





maandag 1 april 2019

Beschermingsbewind en beroepsgeheim


Bewindvoerders beschermingsbewind (verder te noemen: bewindvoerder) hebben geen wettelijk beroepsgeheim, zoals dat wel bestaat voor de medische beroepen. Artsen, verpleegkundigen, verzorgenden, en andere (para-)medische beroepsbeoefenaren moeten dan ook een eed afleggen bij het toetreden tot hun beroep. Voor andere beroepsbeoefenaren in de zorg is veelal een ‘beroepscode’ van toepassing, zoals voor bijvoorbeeld maatschappelijk werkers. De branche- en beroepsverenigingen voor bewindvoerders verwijzen in hun beroepscode of kwaliteitsverordening naar de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

De persoonsgegevens die men registreert en verwerkt mogen enkel het doel dienen waarvoor zij bestemd zijn. Dat geldt ook voor de verstrekking van persoonsgegevens aan derden. De vraag is in welke gevallen persoonsgegevens aan derden mogen worden verstrekt. We gaan te rade bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) op hun website: www.autoriteitpersoonsgegevens.nl. Het antwoord op de vraag: “Wanneer mag mijn zorgverlener het medisch beroepsgeheim doorbreken?” is drieledig. Analoog aan het medisch beroepsgeheim, en het doorbreken daarvan, kan men de voorwaarden toepassen op de bewindvoerder.

1.     Toestemming.

Indien rechthebbende vooraf schriftelijk toestemming geeft aan de bewindvoerder zijn gegevens aan derden te verstrekken, dan mag de bewindvoerder de gegevens verstrekken. Wel moet hij vooraf de rechthebbende goed en volledig informeren over de reden van de verstrekking. Of de bewindvoerder verstrekt de gegevens op verzoek van rechthebbende aan een derde partij. Bijvoorbeeld: de bewindvoerder verstrekt aan een (potentiële) verhuurder een IB-60 verklaring of jaaropgave op verzoek van rechthebbende.

2.     Wettelijk voorschrift.

De bewindvoerder is verplicht op grond van een wettelijk voorschrift de gegevens te verstrekken aan bijvoorbeeld een overheidsdienst. Bijvoorbeeld op grond van de Wet inkomstenbelasting of de Participatiewet.

3.     Conflict van plichten.

De bewindvoerder mag persoonsgegevens aan derden verstrekken, indien er sprake is van een conflict van plichten. Zo’n conflict kan ontstaan, indien het niet verstrekken van persoonsgegevens aan derden, een ernstig nadeel of gevaar oplevert voor rechthebbende of voor anderen. De AP stelt: “Van een conflict van plichten is slechts in zeer uitzonderlijke gevallen sprake. Het moet gaan om een noodsituatie”. De vraag die onbeantwoord blijft is: Wat is een “zeer uitzonderlijk geval”? Of: “Wat is een noodsituatie?”.

Praktijkgeval: Voor de Branchevereniging Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders (BPBI) beantwoord ik vragen van leden, welke niet door het verenigingsbureau kunnen worden beantwoord. Mij werd de volgende casus voorgelegd: een rechthebbende is van beroep vrachtwagenchauffeur. Na een korte periode van opname wegens verslavingsproblemen, zoekt de persoon weer werk als chauffeur. Maar: “Naar ons ter ore is gekomen heeft hij echter al jaren geen rijbewijs meer”. Wat moet de bewindvoerder doen? Dit melden bij de (potentiële) werkgever of bij de politie? Is de bewindvoerder verantwoordelijk, en mogelijk aansprakelijk?

            Mijn eerste advies is: stel met zekerheid vast of er inderdaad sprake is van het ontbreken van een geldig rijbewijs. Een gerucht is geen voldoende bewijs. Dit kan slechts op één manier: stel de vraag aan rechthebbende, en verzoek hem om een kopie van zijn geldig rijbewijs te verstrekken. Ben ook eerlijk en open naar rechthebbende toe: deel mee wat je hebt vernomen (zonder de bron van je informatie te vermelden). En informeer hem over de ernstige gevolgen van het niet hebben van een geldig rijbewijs.

            De gevolgen van het besturen van een motorvoertuig zonder dat men in het bezit is van een voor dat voertuig geldig rijbewijs kan zeer ernstige gevolgen hebben, indien men betrokken raakt bij een verkeersongeval. Op de eerste plaats zal de verzekeringsmaatschappij geen enkele schade vergoeden aan het eigen voertuig. Maar ook kan de zij vergoeding van schade toegebracht  aan derden mogelijk niet vergoeden. Of: indien de schade wel vergoed wordt, deze verhalen op de verzekeringsnemer. Dat kan bij een eigen auto de chauffeur zijn die in overtreding is, of de onderneming wiens voertuig hij bestuurde. Materiële schade kan al een behoorlijk schadebedrag zijn, maar een echt hoog schadebedrag kan ontstaan indien er ook sprake is van letselschade toegebracht aan een ander persoon. Het besturen van een motorvoertuig terwijl het rijbewijs is ingevorderd wordt gezien als een misdrijf.

            Indien de bewindvoerder met zekerheid heeft vastgesteld dat rechthebbende niet in het bezit is van een geldig rijbewijs en toch een motorvoertuig bestuurt, dan doet de vraag zich voor of hier sprake is van een ‘conflict van plichten’. Aan de ene kant heeft de bewindvoerder een ‘geheimhoudingsplicht’ en mag hij informatie over rechthebbende niet doorgeven aan derden. Aan de andere kant dient de bewindvoerder rechthebbende, waar mogelijk, te beschermen tegen grote financiële risico’s. Zoals de AP stelt: Het niet verstrekken van persoonsgegevens aan derden, kan een ernstig nadeel of gevaar opleveren voor rechthebbende of voor anderen.

            In het voorbeeld heb ik geoordeeld dat hier sprake is van “een uitzonderlijk geval” en van een “noodsituatie”. Daarom heb ik het advies gegeven dat de bewindvoerder tracht rechthebbende ervan te overtuigen dat hij bij het begaan van deze overtreding grote financiële risico’s loopt en ernstig leed kan veroorzaken aan derden, waarvoor geen dekking van een verzekering bestaat. En dat op grond van deze overwegingen de bewindvoerder de (potentiële) werkgever zal verzoeken om te verifiëren of de betrokkene in het bezit is van een geldig rijbewijs.

            Overigens moet hierbij worden opgemerkt dat het zondermeer een verantwoordelijkheid is van de werkgever, dat hij voor alle chauffeurs die hij in dienst heeft of neemt, vaststelt dat zij in het bezit zijn van een geldig rijbewijs. Uit de beschrijving van de onderhavige casus blijkt dat dit niet altijd wordt gedaan: “Verbazingwekkend genoeg is hij daar blijkbaar in het verleden, bij diverse werkgevers, toch mee aan de slag gekomen”.





Eindhoven, 29 maart 2019.

© André Leijssen










zondag 3 juni 2018

Het budgetplan, instrument van disciplinering

“Tienduizenden Nederlanders met schulden hebben de zeggenschap over hun geld noodgedwongen overgedragen aan private bewindvoerders. Maar die sector kleineert mensen en houdt ze afhankelijk”.
“242.000 Nederlanders, …………. hebben geen enkele zeggenschap meer over hun geldzaken. Ze hebben de controle over hun financiën overgedragen ………. De bewindvoerder beheert hun bankrekeningen, betaalt facturen en keert – als je geluk hebt – wekelijks leefgeld uit”.
“Ik ben financieel gehandicapt gemaakt”.
“Zo blijven honderdduizenden burgers veroordeeld om, soms tot hun dood, van enkele tientjes leefgeld per week rond te komen en voor al hun uitgaven toestemming te vragen”.
Citaten uit: De Groene Amsterdammer van 2 mei 2018, nr. 18.

(Ik ben selectief in de citaten: de beledigingen, insinuaties, onwaarheden, beschuldigingen, verdachtmakingen, het gebrek aan kennis, de seksistische opmerkingen: deze laat ik voor wat ze zijn. Het gaat mij er om de kern van het beschermingsbewind duidelijk te maken op grond van feiten, niet op grond van opinies).

Inderdaad is het geen pretje als al je huidige en toekomstige goederen onder bewind worden gesteld, en de kantonrechter een bewindvoerder benoemt. Het is zijn taak de onder bewind gestelde goederen te beheren. Zo luidt de formele taal, zoals die in de wet staat en zoals die in de instellingsbeschikking staat. In de praktijk betekent dat, dat de bewindvoerder het beheer van iemands inkomen en vermogen op zich neemt, en dus het beheer over de bankrekeningen. Alle professionele bewindvoerders werken volgens het systeem van twee bankrekeningen: Eén bankrekening waarop alle inkomsten van rechthebbende worden bijgeschreven, en waarvan alle betalingen plaatsvinden. Deze bankrekening noemen we de beheerrekening: deze wordt door de bewindvoerder beheerd (m.a.w. de bewindvoerder is de baas daarover). En één bankrekening waarop het leefgeld periodiek wordt bijgeschreven; deze bankrekening noemen we de leefgeldrekening. Rechthebbende kan vrij beschikken over het saldo van deze bankrekening met zijn eigen bankpas met pincode.

Hoe beheert de bewindvoerder het inkomen dat op de beheerrekening wordt bijgeschreven? Daarvoor wordt het instrument van de huishoudbegroting ofwel het budgetplan gebruikt. Een overzicht van de maandelijkse inkomsten en uitgaven. Laten we als voorbeeld eens kijken naar het budgetplan van Karel.  Karel is een man van 40 jaar. Hij is zwakbegaafd. Hij heeft al vanaf zijn 18 jaar een Wajong-uitkering. Hij woont zelfstandig in een flatje; hij heeft ambulante begeleiding van zijn woonbegeleidster Marieke, die werkt bij een zorginstelling voor personen met een verstandelijke beperking. Omdat het steeds maar misging met zijn financiën, en ook Marieke er geen zicht meer over kon krijgen, is een beschermingsbewind ingesteld. Dat is nu al jaren zo. Zijn schulden zijn inmiddels opgelost. Soms klaagt Karel dat hij niets meer heeft te zeggen over zijn eigen geld. De bewindvoerder stelt voor dat eens goed met elkaar te bespreken; met Karel en Marieke. Er wordt een afspraak gemaakt. De bewindvoerder heeft het budgetplan bijgewerkt, zoals hij dat ieder jaar met hen bespreekt. Maar nu heeft de bewindvoerder achter iedere inkomsten en uitgaven post vermeld wie uiteindelijk beslist of heeft beslist over deze post: de overheid, Karel of de bewindvoerder. Laten we eens kijken.
-          De inkomsten worden in zijn geheel bepaalt door de overheid. Het is de taak van de bewindvoerder er zorg voor te dragen dat Karel deze ook allemaal ontvangt. Er is sprake van nalatigheid of ‘slecht bewindvoerderschap’ indien de bewindvoerder in deze zorg tekortschiet. Voor eventuele schade is hij aansprakelijk.
-          Over de uitgaven wordt of is als volgt beslist:
       Door Karel: Vaste lasten € 768,--. Vrij besteedbaar € 433,33. Samen € 1.201,33.
       Dit is 84,8%.
       Door Overheid: € 158,39 à 11,2 %
       Door bewindvoerder: € 57,-- à 4 %
-          Karel heeft vrij besteedbaar en beschikbaar € 433,33 (30,6%) per maand. In onderling 
       overleg is bepaald hoe dit beschikbaar wordt gesteld. Niet in het budgetplan is
       opgenomen de incidentele inkomsten, zoals vakantiegeld, tegemoetkoming
       arbeidsongeschiktheid, e.d. Ook die inkomsten zijn voor Karel vrij beschikbaar en op
       de wijze zoals Karel dat wenst.

BUDGETLAN

INKOMSTEN
-          Wajong uitkering                                                       1.001,92              Overheid
-          Huurtoeslag                                                                  212,--                Overheid
-          Zorgtoeslag                                                                    95,--               Overheid          
-      Bijzondere bijstand kosten bewind                              111,29              Overheid
                                                                                     -----------------
      Totaal inkomsten                                                        1.420,21

UITGAVEN
Vaste lasten
-          Huur                                                                               460,--              Karel
-          Energielasten (gas en elektriciteit)                                110,--               Karel
-          Water                                                                              13,--               Karel
-          Gemeentelijke heffingen                                                 15,--              Overheid
-          Alles in 1 pakket (tv, telefoon, internet)                          40,--               Karel
-          Bankkosten                                                                      3,--               Bewindvoerder
-          Verzekering huispakket (AVP en inboedel)                   14,--               Bewindvoerder
-          Uitvaartverzekering                                                         5,--                Karel
-          Zorgverzekering (collectief via gemeente)                   140,--               Karel
-          Kosten beschermingsbewind                                       111,29             Overheid
Reserveringen
-          Eigen risico zorgverzekering                                         32,10             Overheid
-          Kledinggeld                                                                    50,--              Karel
-          Sparen                                                                    €        50,--              Karel
-          Onvoorzien                                                                    40,--              Bewindvoerder
Huishoudelijke uitgaven
-          Leefgeld (€ 70 per week)                                             303,33            Karel
-          Maandgeld                                                                     30,--              Karel
                                                                                      ------------------
Totaal uitgaven                                                             1.416,72                                    

Zo simpel is het! Zonder het beschermingsbewind zou het budgetplan van Karel er exact hetzelfde uit kunnen zien, behoudens de bijzondere bijstand en de kosten van het beschermingsbewind. Dat kan Karel zelf toch ook!? Uitvoeren wat hij zelf wil of gewild heeft. Karel beslist of heeft beslist over hoe hij zijn geld uitgeeft voor bijna 85% van zijn inkomen. Voorts beslist de overheid voor ruim 11%, en de bewindvoerder voor 4%. Waarom dan toch beschermingsbewind? Waartoe dient dat? Gebleken is dat Karel zijn geld weleens aan andere zaken uitgeeft, dan aan de verplichtingen die hij heeft aangegaan. Hij heeft weliswaar een huurovereenkomst aangegaan, en hij geniet van het wonen in zijn eigen flatje, maar hij heeft niet altijd de huur (op tijd) betaald. Hij gaat, indien nodig naar de dokter, maar hij heeft niet altijd zijn zorgpremie betaald. En bij de huurtoeslag had hij niet opgegeven dat hij een paar maanden heeft samengewoond met Joyce. Weet hij veel dat je dat moet opgeven! Daarom had hij een schuld bij de belastingdienst. En die brief kwam pas een jaar later. Eerst krijg je geld en dan pakken ze het van je af.

Twee belangrijke functies van het beschermingsbewind komen naar voren:
1.      BESCHERMING: Karel kent de weg in de ingewikkelde overheidsbureaucratie niet. “De
      overheid” is een veelkoppig monster geworden. Daardoor vult hij formulieren niet goed
      is. Daardoor komt hij in de schulden. Dat noemt men tegenwoordig ‘bureaucratische
      schulden’.
2.      Karel komt zijn betalingsverplichtingen niet na. Zijn Wajong komt aan het eind van de
      maand op zijn rekening. Aan het begin van de volgende maand moet bij zijn huur en
      zorgpremie betalen. Maar soms had hij daarvoor niet meer genoeg saldo. Hij had zijn
      geld aan andere zaken uitgegeven. Het ontbreekt Karel aan voldoende vaardigheden en
      discipline om zijn uitgaven goed te plannen. Dat is een tweede functie van het
      beschermingsbewind: DISCIPLINERING.

En dat heeft zijn bewindvoerder nu van hem overgenomen. Er zorg voor dragen dat Karel krijgt waar hij recht op heeft. En er zorg voor dragen dat de uitgaven plaats vinden volgens de aangegane overeenkomsten, wettelijke verplichtingen en afspraken, zoals die in het budgetplan zijn opgenomen. DISCIPLINERING dus.

Karel is één van die 242.000 Nederlanders, die de zeggenschap over zijn geldzaken heeft overgedragen aan een bewindvoerder. Zijn bewindvoerder draagt er zorg voor dat hij niet meer ‘in de fout’ gaat. Hij kan geen geld meer uitgeven als hij het niet heeft. Karel heeft niet meer de vrijheid om schulden te maken en zo weer in de problemen te komen. Zijn bewindvoerder zegt “neen” indien er niet genoeg geld is. Toen hij nog schulden had en de bewindvoerder die afloste, had hij een leefgeld van maar € 50 per week. Nu heeft hij € 70 per week, en nog € 30 extra per maand, en nog kledinggeld, en zijn vakantiegeld, en kan hij ook nog een beetje sparen.

Karel ‘heeft geluk’, zoals De Groene zegt: hij ontvangt zijn leefgeld iedere week, en bijna altijd op tijd; iedere donderdag wordt het overgemaakt. Een heel enkele keer is het misgegaan. Maar dat lag aan de bank. Die had last van een ernstige ziekte: DDoS-aanvallen. Zoals naar schatting ruim 99,9% van de personen ‘onder bewind’ iedere week ‘geluk hebben’ en hun leefgeld ontvangen.

Sommigen hebben ‘geen geluk’:
-          sommigen hebben hun werkbriefje niet op tijd ingeleverd en dan wordt hun WW-
       uitkering niet uitbetaald; dan kan er geen leefgeld worden overgemaakt;
-          sommigen krijgen hun Participatiewet uitkering niet (op tijd), omdat de gemeente
      aanwijzingen heeft van het vermoeden van ‘fraude’: de inlichtingenplicht zou niet goed
      zijn nagekomen; leefgeld kan niet worden overgemaakt;
-          sommigen hebben hun uitzendbureau doorgegeven om hun salaris uit te betalen op
      hun leefgeldrekening en dat vervolgens opgenomen; onvermijdelijk dat er nieuwe
      schulden ontstaan;
-          bij sommigen heeft een deurwaarder of het CJIB beslag gelegd op hun beheerrekening
      bij de bewindvoerder; dan kan deze geen enkele betaling meer doen en dus ook geen
      leefgeld overmaken;
-          sommigen hebben een niet betaalde boete bij het CJIB, die door verhogingen is
     “verdrievoudigd”, en daardoor al helemaal niet meer betaald kan worden; zij worden
     ‘gegijzeld’, verliezen daardoor hun werk of uitkering; gevolg: nog meer
      betalingsproblemen;
-          bij sommigen heeft een deurwaarder beslag gelegd op hun uitkering en daarbij de
      beslagvrije voet veel te laag vastgesteld; er komt te weinig inkomen binnen op de
      beheerrekening; onvermijdelijk ontstaan nieuwe schulden en komt leefgeld in gevaar;
-          sommigen vertrekken gewoon, zonder de bewindvoerder of wie dan ook daarvan op de
      hoogte te stellen, zonder achterlating van verblijfsadres of telefoonnummer; contact niet
      meer mogelijk is.

Voor diegenen die ‘geen geluk’ hebben, kan de bewindvoerder niet anders dan de gevolgen van het gedrag van rechthebbende aan de persoon door te geven. Wet- en regelgeving verbiedt de bewindvoerder anders te handelen. Een debetstand op de beheerrekening is niet geoorloofd, en is feitelijk niet mogelijk. Ook dit behoort tot de disciplinerende functie van het beschermingsbewind. De discipline van een ‘keiharde’ economische wet wordt gehandhaafd: ‘als consument kun je niet meer uitgeven dan er aan inkomsten binnenkomt’.

Zoals men het Wetboek van Strafrecht niet kan verwijten aan de politieagent of rechter die de wetten moeten handhaven, zo kan men ook niet de bewindvoerder verwijten dat hij in de uitvoering van zijn taak zich aan de wet- en regelgeving houdt. Hij is uitvoerder en boodschapper van soms zeer onaangename feiten voor de betrokken personen. Zeker in ‘schuldenbewinden’, waar de brei van wet- en regelgeving enorme proporties heeft aangenomen.

Literatuur over complexe samenleving:
-          Nationale Ombudsman (2013): Mijn onbegrijpelijke overheid. Den Haag: 2013.
-          Nationale Ombudsman (2017):  Wie niet past, loopt vast.  Den Haag, 2017.

© André Leijssen, juni 2018.

zaterdag 19 mei 2018

P.S.

“Het ministerie van Volksgezondheid ontdekte dat achttienduizend mensen onder bewind een hogere zorgpremie betalen dan nodig, omdat hun bewindvoerder geen betalingsregeling treft met de zorgverzekeraar. Deze mensen zijn maandelijks 27 euro te veel kwijt. ‘Het lijkt onbegrijpelijk dat bewindvoerders geen betalingsregeling treffen’, zegt een woordvoerder van het ministerie”. Citaat uit De Groene Amsterdammer van 2 mei 2018, nr. 18.

Laten we eens kijken hoe dat zit. Als voorbeeld nemen we de situatie van Piet Schuldenaar. Zijn goederen staan sinds vier maanden onder bewind. Zijn bewindvoerder heeft deze maanden nodig gehad om zijn situatie in kaart te brengen. Hoe ziet zijn situatie eruit? We kijken naar zijn huishoudbudget en zijn schuldensituatie.

Huishoudbudget: Piet heeft geen werk. Hij solliciteert zich het ‘leplazarus’, maar werk is er geen voor hem. Niet-geschoolde arbeid is er niet meer; met alleen LOM-school kun je nergens terecht. Hij heeft dus een bijstandsuitkering van de gemeente. Netto € 948 per maand. Maar daar wordt op ingehouden voor de belastingdienst: beslaglegging van € 97 per maand. Hij krijgt huurtoeslag. De zorgtoeslag: daar is beslag op gelegd. De bewindvoerder heeft bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van het bewind. De bewindvoerder betaalt de huur en andere vaste lasten. En Piet? Piet krijgt iedere week € 40 leefgeld. Hij hoeft niet van honger om te komen. Kleren koopt hij in de kringloopwinkel. En de bewindvoerder heeft hem aangemeld bij de voedselbank.

Schulden: Piet heeft veel schulden. Hij dacht dat het iets van rond de € 15.000 was. Maar de bewindvoerder heeft een lijst gemaakt en die komt uit op bijna € 32.000. Verschillende aanslagen van de belastingdienst uit de tijd dat hij geprobeerd heeft zijn geld te verdienen als zzp-er schoonmaker. Is niks geworden met al die belastingbrieven. Hij kwam gewoon geld te kort om van te leven. Daardoor is hij in de schulden geraakt. Ruim € 9.000 bij de belastingdienst, waarvan de helft bestaat uit boetes. Zijn zorgpremie heeft hij nooit betaald. Bij het CAK staat € 2.500; bij de zorgverzekeraar € 5.300; bij de deurwaarder vijf vorderingen, samen € 1700; bij het CJIB ook nog eens € 1.300. Totaal dus ruim € 10.800. Dan heeft hij nog een huurschuld van zijn vorige woningstichting bij de deurwaarder; ook bij de deurwaarder van Greenchoice; het waterschap heeft hij ook niet kunnen betalen. Ook een verkeersboete bij het CJIB, die al meer dan verdubbeld is, omdat hij gewoonweg niet kon betalen. Bij een schuldopkoper (Lindorff Incasso) nog een heel oude schuld bij de KPN, waarvan Piet dacht dat die allang was afgeschreven. Een onbetaalde tandartsrekening die bij het incassobureau ligt. Aanslagen van de gemeente voor heffingen, die niet betaald zijn (van een aanvraag kwijtschelding had Piet nog nooit gehoord). Bij de woningstichting heeft hij een achterstand van twee maanden; bij de energieleverancier is drie maanden achterstand. Zijn telefoon is afgesloten: die schuld is gigantisch opgelopen. De telefoon heeft hij gehouden, en hij heeft een prepay-kaartje gekocht met een ander telefoonnummer.

Piet is al eens naar de gemeente geweest voor hulp. Maar daar konden ze hem niet helpen. Hij moest allerlei formulieren invullen, waar hij niets van snapte. En hij moest deel gaan nemen aan een ‘budgetcursus’ in een groep. Dat kan Piet helemaal niet, dat past niet bij hem. Daarom is hij er niet naartoe gegaan. Toen heeft de gemeente de hulp beëindigd. Piet zag het allemaal niet meer zitten, en toen heeft een maatschappelijk werker van het buurthuis hem naar een bewindvoerder verwezen.

Terug naar de beginvraag: waarom treft de bewindvoerder geen betalingsregeling met de zorgverzekeraar. Het antwoord is gegeven: in de schuldenlijst staan z.g. bedreigende schulden (huurachterstand en achterstand bij energieleverancier). Dat heeft prioriteit. Maar bovendien: Piet heeft geen aflossingscapaciteit meer. De belastingdienst heeft de beslagvrije voet te laag vastgesteld: daar moet de bewindvoerder wat aan doen. Daar gaan enkele maanden overheen. En intussen krijgt Piet dus gewoon te weinig om van te leven. Om de verhuurder en de energie aan het lijntje te houden, zodat Piet kan blijven wonen, moet de bewindvoerder toch iets af gaan lossen. Voorbeeld: huur 2 maanden = € 1.000. Aflossing € 20 per maand geeft 50 maanden aflossing. Hij heeft een minimumuitkering. Het uiterste minimum is de beslagvrije voet (90% bijstandsnorm met enige correcties i.v.m. zorgpremie/ zorgtoeslag en huur/ huurtoeslag). Piet zit daar noodgedwongen onder, vanwege huurachterstand en achterstand bij energie.

Inderdaad Piet is iedere maand ‘27 euro te veel kwijt’. Dat Piet 27 euro in de maand te veel kwijt is, ligt niet aan Piet, ook niet aan zijn bewindvoerder, maar aan de onzalige boeteregeling die door ‘Den Haag’ is uitgevonden. “Laten we personen die hun zorgpremie niet kunnen betalen lekker een boete opleggen” en vervolgens met een beschuldigende vinger wijzen naar de schuldenaar en zijn bewindvoerder. Dat is wat voor Piet onbegrijpelijk is. Maar ook voor zijn bewindvoerder. In de tijd van het ziekenfonds was het voor Piet allemaal wat eenvoudiger. De ziekenfondspremie werd op zijn loon of uitkering ingehouden. Daar had Piet dus geen omkijken naar.

In de huidige wet- en regelgeving is er voor veel personen zoals Piet geen mogelijkheid om een betalingsregeling te treffen. En er zijn heel veel ‘Pieten’, die niet geholpen kunnen worden door de schuldhulpverlening. ‘Pieten’ die de ingewikkelde formulieren niet begrijpen. ‘Pieten’ die niet meer dan LOM-school hebben gehad. ‘Pieten’ die zwakbegaafd zijn. ‘Pieten’ die laaggeletterd zijn. ‘Pieten’ die financieel niet zelfredzaam zijn. Deze ‘Pieten’ worden het beschermingsbewind ingeduwd. Zij begrijpen de wetten en regels niet; het overkomt hen allemaal: de enorm hoge kosten en boetes die worden opgelegd. Zij kunnen niet meedoen, zij mogen niet meedoen. Het wordt de ‘Pieten’ onmogelijk gemaakt om mee te doen. ‘Participeren’ noemen ze dat in ‘Den Haag’.

Misschien dat die woordvoerder uit Den Haag van dat deftige ministerie zich eens wil verdiepen in de problematiek van de vele ‘Pieten’ in ons land. Misschien dat hij dan wel een beetje gaat begrijpen waarom zijn bewindvoerder geen betalingsregeling treft. Misschien dat dan zijn beperkte en kortzichtige blik iets verder gaat dan de cijfers van zijn ministerie.

Misschien dat dan De Groene Amsterdammer tot het inzicht komt dat de bewindvoerders er niet ‘met de pet naar gooien’, zoals ze in hun commerciële krantje schrijven.

© André Leijssen, 19 mei 2018.



Literatuur:

-          Jungmann, N. e.a. (2014): Onoplosbare schuldsituaties. Hogeschool Utrecht / NVVK, 2014.

zaterdag 30 september 2017

De aardappeleters



de aardappeleters

onder het strooien dak van de woonhut
hangt de geur van armoede
de walm van het petroleumlampje
de damp van de aardappelschotel
gemengd met koffie van cichorei

aardappelkoppen op bezwete lijven
knokige handen reiken naar de spijs
die uit de zwarte aarde is gewroet
nog zichtbaar onder de nagelranden
en in de groeven van het gelaat

de warmte van koe en stalmest
dringt binnen in het ‘mensennest’
de omgang met het vee zit in de kleren
het is de geur van zwoegers
van vermoeide ledematen

© André Leijssen, januari 2016



Niet het schilderij de 'Nachtwacht' van Rembrandt, maar het schilderij 'De aardappeleters' van van Gogh geeft op goede wijze weer hoe de meeste Nederlanders in hun tijd leefden. In armoede. Een bezoek aan het Vincent van Gogh Museum zou meer op zijn plaats zijn, dan een bezoek aan de 'Nachtwacht'.